In 2013 bestaat de advertentiebanner op de kop af twintig jaar, maar een vrolijk feest wordt het niet. De banner is dood, zoals ook prerolls bij video niet meer het gewenste effect sorteren. Het antwoord: native advertising.

Het is zo langzamerhand geen groot nieuws meer: de conversie van bannenadvertenties loopt steeds verder terug. In 2000 bedroeg de klikrate gemiddeld nog zo’n negen procent, anno 2012 is het 0,2 procent. Een groot deel van de bannerads wordt dus genegeerd. Ook het rendement van preroll-advertenties in video vertoont alweer een neergaande lijn. Ze worden sneller overgeslagen.

Het antwoord op die ontwikkelingen moet native advertising worden. Het begrip dook dit jaar ergens in augustus op, en wordt steeds vaker gebezigd, hoewel eigenlijk niemand goed begrijpt wat ermee bedoeld wordt.

Native advertising is eigenlijk alles dat de gebruiker niet irriteert. Geen in your face-advertenties die een site (tijdelijk) overnemen, geen luidruchtige schuifpanelen met nagenoeg onzichtbare wegdrukknoppen, maar reclame die naadloos overgaat in de content. Andere benamingen zijn custom content, sponsored content, branded content, content marketing en collaborative content.

Native advertising is met andere woorden reclame die er niet als reclame uitziet. Dat kunnen webfilms zijn, langere video’s of gesponsorde content, zoals tweets. De gebruikerservaring staat voorop. Google AdWords is een voorbeeld van reclame die beter aansluit op wat de gebruiker aan het doen is.

Er zijn nogal wat uitdagingen, er zijn geen standaarden, geen meetinstrumenten. Er komt meer creativiteit bij kijken. Er moet in alle gevallen waarde worden toegevoegd. Dat betekent de inzet van meer creatieve tekstschrijvers, ontwerpers, journalisten.

Volgens Solve Media gaan marketeers volgend jaar meer aandacht besteden aan native advertising. Solve verwacht dat in 2016 drie miljard dollar wordt geïnvesteerd in native advertising. 14,3 procent van zo’n achthonderd ondervraagde uitgevers wil iets gaan doen met het verschijnsel.

Native Advertising Infographic

 

Source: Emerce

By Jan Libbenga